Nederlands Dubbeltje (1818) levert astronomisch bedrag op

Op de Maastricht International Fair (MIF 2017) heeft een van de eerste Nederlandse dubbeltjes het ongekend hoge bedrag van € 75.000 opgebracht. De jaarlijks terugkerende muntenbeurs is een populair evenement voor verzamelaars, beleggers en handelaren vanuit de hele wereld.

Het eerste Nederlandse dubbeltje

Als een van de eerste decreten besloot Willem I, als koning van het huidige Nederland en België, een nieuw decimaal muntstelsel te introduceren. Het kwartje en de stuiver waren al goedgekeurd door het ministerie, het dubbeltje volgde snel. Op 31 december 1818 was het dubbeltje de laatste denominatie die naar het de minister van Financiën als proef werd gestuurd. De eerste 8 proefmunten van het dubbeltje zijn uiterst zeldzaam, waarvan in 1988 voor het laatst eentje is opgedoken

Hoewel de nieuwe munten in 1818 al waren goedgekeurd, zou het pas in 1821 zijn dat de eerste munten in de omloop kwamen. De Nederlandse Munten begonnen met het slaan van halve guldens, centen en halve centen.

Pas in januari 1822 werden de eerste kwartjes, dubbeltjes en stuivers geslagen. Zoals gebruikelijk voor die tijd werden eerst de bestaande (proef-) stempels met oude jaartallen gebruikt. Van de stuivers zijn er zo’n 2.500 stuks met jaartal 1818 geslagen, 3.500 stuks met jaartal 1819 en 47.489 met jaartal 1822.

Zeldzame eerste slag

Van het dubbeltje werden slechts 48 stuks geslagen met jaartal 1818 en 25.030 stuks met het jaartal 1819. Klaarblijkelijk was de 1818 stempel kwetsbaar, en is snel kapot gegaan. Van deze 48 zijn er maar weinig teruggevonden. Tot de IMF, want het exemplaar dat is verkocht voor recordbedrag is één van de 48 eerste circulatiemunten met jaartal 1818.

Het is goed te zien dat de munt is geslagen met een schoongemaakte stempel. Hoogstwaarschijnlijk is het dezelfde stempel waarmee in 1818 de eerste 8 proeven geslagen werden. Drie jaar later werd het stempel van roest ontdaan en gebruikt om de eerste dubbeltjes van het koninkrijk der Nederlanden te slaan. Het feit dat de munten met een ‘gebruikte’ stempel zijn geslagen is goed te zien. Bepaalde elementen als de mercuriusstaf en kroonbeugels zijn minder duidelijk dan bij de proef exemplaren die in 1818 geslagen werden. Het is niet duidelijk of deze munt in het munthuis te Utrecht of in Brussel geslagen is.

Het is bijzonder dat dit dubbeltje is opgedoken; het is een van de meest zeldzame in de Nederlandse numismatiek. Hoewel de intrinsieke waarde van het kleine muntje niet zo hoog ligt, is het toch een zeer gegeerd stuk in elke collectie. Zo ziet u maar; het is niet alleen edelmetaal wat een munt waardevol maakt. Vandaar dat dit pronkstuk een astronomisch bedrag heeft opgebracht. Dit soort verhalen is in ieder geval iets waar wij als liefhebbers en verzamelaars van kunnen smullen.

Het is niet bekend wie de munt heeft gekocht.