Verzamelaars beoordelen ons op Google_review_logo met 4.4 / 5 four_and_a_half_star_ranking

Inloggen

Welkom

0800 500 52

Het Belgische Munthuis

Beste klant,

Met pijn in het hart moet ik u via deze weg informeren dat wij helaas genoodzaakt zijn om onze bedrijfsactiviteiten per direct te stoppen.

U zult begrijpen dat het niet eenvoudig is geweest om deze beslissing te nemen. Ons team is altijd toegewijd geweest om u de best mogelijke service te bieden en ook tijdens de sluitingsperiode zullen we uw vragen zo goed en zo snel mogelijk beantwoorden.

We zijn u ongelooflijk dankbaar voor uw vertrouwen en uw klandizie in de voorbije jaren.

En hoewel deze reis voor ons nu eindigt, hebben wij er alle vertrouwen in dat uw passie voor munten en numismatiek u zal blijven boeien. 

Wij wensen u veel succes en vooral veel plezier met uw geweldige hobby.

Met vriendelijke groet,

Het Belgische Munthuis

Herbert Hoover, Held van Belgie

De Amerikaanse dollar met de afbeelding van Herbert Hoover is gegeerd onder verzamelaars. Deze munt uit 2014 bevat de beeltenis van de 31ste president van de Verenigde Staten (1929-1933). Maar wist u dat Herbert Hoover ook een belangrijke naam is in de Belgische geschiedenis? Door een bijzonder initiatief redde hij het leven van miljoenen Belgen en Noord-Fransen. Het Belgische Munthuis geeft u graag een inkijk in deze geschiedenis. 

De Duitse bezetting van België

In 1914 verklaarde Duitsland Frankrijk de oorlog vanwege haar alliantie met Rusland. Het zou het begin zijn van de Eerste Wereldoorlog. Om het binnenvallen van Frankrijk te vergemakkelijken, besloten de Duitsers om België in te nemen. Voor Groot-Brittannië was dit aanleiding om Duitsland de oorlog te verklaren, aangezien Groot-Brittannië en België bondgenoten waren. De Britten wierpen een handelsblokkade op, in een poging de Duitse soldaten door honger tot overgave te dwingen. De blokkade zou echter verstrekkende gevolgen hebben voor de burgers van de bezette gebieden. 

De Belgische hongersnood

Het kleine, verstedelijkte België kon voor slechts 20-25 % in de eigen voedselbehoefte voorzien. Door de Britse blokkade werden de Belgische en Noord-Franse burgers afgesneden van de noodzakelijke voedselvoorraden. Van de bezetter viel evenmin hulp te verwachten. De Duitsers gebruikten de lokale voedselproductie vooral om hun eigen leger te voeden. Bijgevolg leden ruim zeven miljoen mensen honger.

Belgische voedselimport: geen eenvoudige opgave

De Amerikaanse expat en mijningenieur Millard Shaler meende dat het probleem eenvoudig op te lossen was. Een kwestie van voedsel kopen en invoeren, zo stelde hij. Gaandeweg ontdekte Shaler echter dat het toch niet zo eenvoudig was. Alle geïmporteerde levensmiddelen werden vrijwel meteen gevorderd door de Duitsers. Zo veranderde er uiteindelijk niets aan de Belgische honger.

De benadering van Herbert Hoover

Op zoek naar een oplossing voor dit probleem, contacteerde Shaler Walter Hines Page. Page, op zijn beurt, contacteerde Herbert Hoover. De Amerikaanse mijningenieur Hoover ging de uitdaging aan. Hiervoor zag hij niet alleen af van een salaris, maar moest hij ook zijn eigen uitgaven bekostigen.

Waarom Herbert Hoover?

Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak, woonde Hoover in Londen. Omringd door tienduizenden Amerikaanse toeristen probeerde hij veilig thuis te geraken. Dit bleek echter een probleem. Veel effecten en reischeques werden niet erkend en slechts weinig Amerikanen beschikten over voldoende harde valuta om de reiskosten te kunnen betalen. Ofschoon er voldoende schepen waren, werden de meeste reizen geannuleerd. Herbert Hoover richtte een Amerikaanse commissie op om de gestrande reizigers terug thuis te brengen. Waar nodig verstrekte hij leningen en verzilverde hij cheques. In oktober 1914 stuurde het Amerikaanse Comité ongeveer 120.000 Amerikanen naar huis, terwijl de commissie uiteindelijk slechts 300 dollar aan onbetaalde schulden overhield. Deze episode bracht Hoover en zijn organisatorische talenten onder de aandacht van Walter Hines Page en een aantal andere belangrijke mensen in Londen, die hem eind oktober benaderden met het verzoek om hulp bij een veel groter probleem. Hoover gold als een neutrale bemiddelaar, die in staat was om contacten te leggen met de Engelse, Franse en Duitse regering. 

The Commission for Relief in Belgium

In 1914 stichtte Herbert Hoover de Commission for Relief in Belgium (C.R.B.). Dit was een internationale (voornamelijk Amerikaanse) organisatie die tot doel had om de noodlijdende burgers van België en Noord-Frankrijk van voedsel te voorzien. Het eerste schip dat België kwam bevoorraden bevatte 1.018 ton tarwe, rijst, bonen en erwten. Door een nauwe samenwerking met prominente Belgische ambtenaren kon het voedsel direct aan de hongerlijdende burgers worden verstrekt.

Een slimme constructie

De werkwijze van de Commission for Relief in Belgium was slim en effectief: de levensmiddelen werden uit het buitenland gehaald, naar België verscheept en verdeeld door leden van het Comité National de Secours et d'Alimentation (C.N.S.A.), een Belgische organisatie onder leiding van Emile Francqui. Deze constructie was noodzakelijk, omdat de werknemers van de C.N.S.A. formeel onder de Duitse bezetting vielen, hetgeen betekende dat zij wettelijk verplicht waren om de orders van Duitse soldaten op te volgen. Dit gold echter niet voor de mensen van de C.R.B. De door de C.R.B. geïmporteerde levensmiddelen bleven gedurende het distributieproces eigendom van de Amerikaanse ambassadeur in België, Brand Whitlock. Hierdoor konden de Duitsers er geen aanspraak op maken.

Internationale hulp aan België: een slechte zet?

Het draaiende houden van de C.R.B. was een voltijdse baan voor Herbert Hoover en zijn medewerkers. De Duitsers waren niet gecharmeerd door de aanwezigheid van de buitenlanders in België. Zij verfoeiden de Britse blokkade, die zij beschouwden als de belangrijkste oorzaak van de Belgische nood aan buitenlandse hulp. Veel invloedrijke Britse beleidsmakers, met name Lord Kitchener en Winston Churchill, meenden dat Duitsland ofwel zelf de Belgen moest voeden, ofwel moest omgaan met de hongerproblematiek binnen hun grensgebied. Internationale hulp beschouwden zij echter als een slechte zet. Doordat het de druk op de Duitsers zou verlichten, zou de oorlog mogelijk verlengd worden.

Bedreigingen voor de Commission for Relief in Belgium

Op verschillende punten trachtten beide partijen de hulpverlening te saboteren. Doorheen de oorlog was er een constant probleem met Duitse onderzeeërs die hulpschepen tot zinken brachten, vooral op momenten dat de spanningen met de Verenigde Staten tot een hoogtepunt kwamen. De schepen waren getooid met bonte C.R.B.-vlaggen, die door grote spandoeken aan het oog onttrokken werden. Ondanks de succesvolle missie van Herbert Hoover, waren er ook verliezen te betreuren. Nadat de Harpalyce na het leveren van een zending terugkeerde in Rotterdam, werd het schip in april 2015 getorpedeerd door de Duitse onderzeeër SM UB-4. De aanval kostte 15 levens.

De verdienste van de Commission for Relief in Belgium

Uiteindelijk zou de C.R.B. in totaal 11,4 miljard pond (5,7 miljoen ton) aan voedsel kopen en verschepen. Tussen 1914 en 1919 draaide de C.R.B. geheel op vrijwillige inspanningen. De organisatie slaagde erin om maar liefst 11 miljoen Belgen en Noord-Fransen eten te geven door het het benodigde geld in te winnen, vrijwillige voedselbijdragen te werven, voedsel langs de Duitse onderzeese blokkades en de bezettingsgebieden te verschepen en de voedseldistributie in België te regelen. In totaal verscheepte de Commission for Relief in Belgium maar liefst 697.116.000 pond meel naar België. Bewijsmateriaal toont aan dat er ook suiker en granen verstuurd werden. 

De meelzakken van de Commission for Relief in Belgium

Het meel werd door de Amerikaanse molens verpakt in katoenen zakken. De C.R.B. zag nauwlettend toe op de distributie van deze zakken. Katoen was namelijk zeer gewild voor de vervaardiging van munitie. Bovendien vreesde de Commission for Relief in Belgium dat de meelzakken zouden worden gevuld met inferieure bloem om vervolgens te worden doorverkocht. Om dit te voorkomen werden de lege meelzakken zorgvuldig verwerkt en verspreid onder professionele scholen, naaiateliers, kloosters en individuele kunstenaars.

Een tweede leven voor de meelzakken

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog vormden naaiateliers grote centra in de grote Belgische steden. Deze ateliers boden werk aan duizenden mensen. Meisjes en vrouwen vervaardigden er Belgische kant en geborduurd textiel. Ook hielden zij zich bezig met het herstellen en naaien van kleding. Het was in deze ateliers dat de meelzakken van de C.R.B. een tweede leven kregen. Ze werden verwerkt tot kleding, accessoires, kussens, tassen en andere functionele items. Vaak werd er over het molenlogo en de merknaam heen geborduurd, maar soms werden de zakken ook wel voorzien van originele ontwerpen die vervolgens werden geborduurd, geschilderd of op stof gestencild. Niet zelden werden de zakken versierd met Belgische uitingen van dank aan de Amerikanen, kanten versieringen, Belgische en Amerikaanse vlaggen, de Belgische leeuw, de Gallische haan, de Amerikaanse adelaar, symbolen van vrede, kracht en moed, de Belgische driekleur of de Amerikaanse kleuren rood, wit en blauw. In het bijzonder kunstenaars gebruikten de bloemzakken als doek voor het creëren van olieverfschilderijen. Veel verschillen in het ontwerp en de boodschappen van de bewerkte meelzakken zijn te wijten aan de diversiteit van België, of specifieker, aan de Franssprekende Walen in het zuiden en de Nederlandstalige Vlamingen in het noorden.

Meelzakken als symbool voor hulp en solidariteit

De gevulde meelzakken werden zorgvuldig gecontroleerd en gedistribueerd naar winkels en organisaties in België, Engeland en de Verenigde Staten met het oog op fondsenwerving, voedselhulp en hulpverlening aan krijgsgevangenen. Veel meelzakken werden ook geschonken aan leden van de Commission for Relief in Belgium uit dankbaarheid voor de hulp aan het Belgische volk. Ook Herbert Hoover werd beloond met een paar honderd meelzakken. Wie deze zakken wil bewonderen, kan daarvoor terecht in het Herbert Hoover Presidential Library Museum. Dit museum bevat momenteel een van de grootste collecties meelzakken uit de Eerste Wereldoorlog. 

Herbert Hoover, een aanwinst voor uw muntencollectie

Bent u een muntenverzamelaar met een passie voor geschiedenis? Achter elke munt schuilt een uniek verhaal. Alleen al daarom is de dollar van Herbert Hoover een kostbare aanwinst voor uw muntencollectie. Het is meer dan een dollarmunt: het is een ode aan een jonge mijningenieur die miljoenen Belgen van de hongersnood redde. Kortom: een munt om te koesteren!

Skarbnica NaradowaMynthuset SverigeNarodni PokladniceLondon Mint OfficeSamlerhuset NorgeLatvijas Monetu NamsSuomen MonetaEesti Mundiari

Session pixel