FR 
met 4.4 / 5 
Er braken rellen en plunderingen uit. De volgende dag sloegen de onlusten over naar steden als Leuven, Luik, Namen, Brugge, Gent en Antwerpen. De opera La Muette de Portici geldt als de eerste Grand Opéra. De Franse componist Daniel François Esprit Auber schreef het stuk in 1828. Het is een groot opgezet werk in 5 bedrijven vol spektakel: groot orkest, stoere aria’s, balletten, duetten en grote ensembles voor koor en solisten. De hoofdpersoon in het stuk is - een grote nouveauté in 1828 - doofstom (La Muette!). Zij bemint een Spaanse prins. De opstand in de Italiaanse stad Portici in 1647 tegen de Spaanse overheersing is verweven met het liefdesverhaal van de prins en het meisje. La Muette gaat ten onder in de opera.
Het verhaal dat de Belgische revolutie spontaan ontstond tijdens de uitvoering op 25 augustus 1830 in het Koninklijke Munttheater te Brussel is al lang geleden door Belgische geschiedkundigen ontzenuwd. De oproermakers waren al weken van tevoren betaald om in verzet te komen tegen Koning Willem I
De eerste Belgische vlag
Op 26 augustus naaide Marie Abt-Ermens de eerste Belgische vlag. Die wapperde weldra op het stadhuis in Brussel. De instelling van een burgerwacht deed de gemoederen iets bedaren. Na een paar dagen laaide het verzet weer op. Op 30 augustus ging een delegatie van 3 burgers uit Luik naar Koning Willem I in Den Haag om een oplossing te bespreken voor de situatie. Een dag later op 31 augustus deed een groep van 5 mensen uit Brussel dat. Willem riep de Staten-Generaal bijeen op 13 september 1830.
Het idee begon post te vatten om het Koninkrijk administratief op te delen in een Noordelijk en een Zuidelijk deel. De Kroonprins, de latere Nederlandse Koning Willem II, zou dan in het Zuidelijke deel kunnen regeren als een soort onderkoning. Op 2 september trok de Luikse advocaat Charles Rogier met een legertje van 300 man van Luik naar Brussel om de opstandelingen bij te staan. Ze hadden zich wapens verschaft uit de vele wapenmagazijnen uit die stad. Bij de groep liep Jean-Joseph Charlier (1794-1886) mee. Hij had als soldaat van Napoleon een stuk van zijn rechterbeen verloren. Zijn bijnaam was ‘La Jambe-de-Bois’, ‘houten been’, omdat hij sindsdien een houten beenprothese droeg. Hij zou nog een tot de verbeelding sprekende rol gaan spelen bij de opstand. 7 september trok de groep Brussel binnen. De opstand breidde intussen steeds verder uit over het zuiden.
Leger in staat van paraatheid
De Koning liet troepen samentrekken in Vilvoorde onder aanvoering van Kroonprins Willem en diens broer Prins Frederik. Vele soldaten uit het Zuiden deserteerden. Prins Willem ging persoonlijk poolshoogte nemen in Brussel op 1 september 1830. Zijn bezoek deed de gemoederen niet bedaren. Willem zei toe de administratieve scheiding van de Nederlanden te bepleiten bij de Koning.
De Brabançonne
De opvoering van La Muette de Portici was ironisch genoeg bedoeld op 25 augustus 1830 om de 58ste verjaardag van de Koning te vieren. Na deze tumultueus geëindigde voorstelling was de Koninklijke Muntschouwburg gesloten. Op 12 september ging de Munt weer open voor nog een opvoering van La Muette. Ditmaal zong tenor Lafeuillade aan het einde van het eerste bedrijf een nieuw lied: de Brabançonne.
Dit lied werd het Belgische volkslied. De tekst was van Jenneval (pseudoniem van Hippolyte Louis Alexandre Dechet). Hij sneuvelde op 18 oktober 1830 toen hij tegen de Nederlanders vocht in Lier. De muziek schreef een violist uit het orkest van de Koninklijke schouwburg: François Van Campenhout. 13 september 1830 kwam de Staten-Generaal van het gehele Koninkrijk in Den Haag samen. Een kleine meerderheid van de 100 aanwezige leden vond een administratieve scheiding tussen Noord en Zuid wenselijk. Het kwam er niet van. Op 22 september viel de burgerwacht uiteen.
Heldenoptreden van Jambe-de-Bois
23 september trok het leger onder leiding van Prins Frederik Brussel binnen. De stad weerde zich fanatiek. Er ontstond een stadsguerrilla. Het leger raakte opgesloten in het Warandepark. De opstandelingen brachten 3 kanonnen tegen het leger in stelling. Jambe-de-Bois bediende er een. Zijn koene optreden maakte grote indruk. Na 4 dagen verbeten gevechten gaf Prins Frederik bevel aan het leger om in alle stilte het park te verlaten.
Hij trok zich onder de dekking van de nacht met zijn troepen terug op het hoofdkwartier in Vilvoorde. Om 3 uur in de ochtend van 27 september 1830 verliet de laatste militair het park. De verbaasde opstandelingen troffen tegen 5 uur in de ochtend van maandag 27 september een geheel verlaten park aan.
Het Voorlopig Bewind
Temidden van de strijd van de opstandelingen tegen het staande leger van het Koninkrijk, ontstond het Voorlopig Bewind. Een groep van 10 notabelen besloot op 24 september het bestuur van de stad op zich te nemen. De groep noemde zich het Voorlopig Bewind. Op 29 september proclameerde ze dat ze het gezag van de Koning overnam.
“De provincies van België, die met geweld zijn afgescheurd” waren onafhankelijk.
