Noodgeld van Gent uit de Eerste Wereldoorlog

Vandaag bespreken we een heel bijzondere serie munten: het noodgeld van Gent. Geslagen in 1915 in bezet België, onder de meest benarde omstandigheden die ons land ooit gekend heeft. Het Belgische volk, wonend in een land verscheurd door oorlog, moest toch op een manier haar boodschappen betalen. We vertellen het verhaal van een weerbarstig België aan het begin van de vorige eeuw, en de unieke munten die geslagen werden.

De bezetting van Gent op 12 oktober 1914

Op 28 juni 1914 lanceerde een enkel pistoolschot in Bosnië en Herzegovina een oorlog die op dat moment zijn weerga niet kende. Iets meer dan een maand later viel het Duitse Keizerlijke leger op 4 augustus 1914 België binnen.
 
Het Belgische leger weerde zich kranig. Toch moest Koning Albert I zich in oktober met het restant van zijn troepen terugtrekken achter de IJzer in West-Vlaanderen. Antwerpen was inmiddels al gevallen.
 
De bevolking van Gent leefde in bange afwachting van de Duitse bezetting van hun stad. Al op 12 oktober 1914 was het zover. Gent werd bezet door de Duitse generaal von Beseler, die de stad tot het einde van de oorlog in een ijzeren greep zou houden. De stad werd namelijk een uitvalbasis voor hun strijd tegen Albert I en de geallieerden.

Gent als centrum voor het Westerlijke front

De stad was zeer belangrijk voor de Duitsers. Alle grote gebouwen in de stad werden omgevorm tot hospitalen. Kazernes werden in gebruik genomen voor nieuwe rekruten. Ook was de stad een rustpunt voor soldaten die van het front kwamen.
 
Keizer Wilhelm II bezocht Gent zelfs tweemaal, om de troepen daar te motiveren. Dit alles zorgde voor veel betalingsverkeer in de stad. Maar muntgeld was niet breed verkrijgbaar. Het Belgische volk begon na de Duitse inval met het oppotten van hun zilver- en goudgeld in afwachting van betere tijden. Bovendien werden er geen munten meer van koper, brons en nikkel geslagen. Deze materialen moesten immers gebruikt worden voor de productie van oorlogsmateriaal.

Een gebrek aan geld

Veel Belgische gemeenten begonnen noodgeld uit te geven, om het volk te laten voorzien in hun dagelijkse behoeften. Het meeste noodgeld was van papier in de vorm van noodbiljetten of kasbons. Slechts een handjevol gemeenten besloot noodmunten te slaan. Waaronder Gent.
 
De fabrikant Leon Geeraert bood het Gentse gemeentebestuur in 1915 aan om muntgeld te slaan voor de stad. In eerste instantie waren de munten van ijzer met een laagje koper. In tegenstelling tot het papieren noodgeld zouden de noodmunten niet te vervalsen zijn. Het gemeentebestuur ging akkoord.

Gents noodgeld

De stad zuchtte onder de Duitse bezetting, het slaan van munten werd de bevolking niet makkelijk gemaakt. Toch werden er onder andere munten van 1 en 2 Frank en in 1917 een munt van 5 Frank geslagen.
 
Geo Verbanck ontwierp een vierkante munt van 1 Frank voor uitsluitend gebruik in de stad, de enige vierkante munt die ooit geslagen is in ons land. Het bleek echter te moeilijk om goede stempels te maken voor de vierkante Frank. Verbanck maakte toen een ronde noodmunt van 1 Frank. De Duitse bezetter verbood het slaan van munten echter in 1918. De stad begon kartonnen munten te maken.
 
Het vierkante ontwerp van Verbanck is wel nog geslagen tijdens de Eerste Wereldoorlog maar niet meer in circulatie gebracht. De munt werd vanaf 1920 gebruikt voor weldadigheidsdoelen. Als je er een kocht voor 3 Belgische Franken ondersteunde je een goed doel.

Herdenkingsmunt voor de Groote Oorlog.

Het Belgische Munthuis heeft een aantal van deze bijzondere noodmunten weten te verwerven. Het viel ons meteen op hoe deze munt zo treffend de benarde tijd van de Groote oorlog vertegenwoordigt. Het zijn fraaie herdenkingsmunten voor onze voorouders die zo moedig de Groote Oorlog hebben doorstaan.
 
Heeft u interesse in dit stukje Belgisch erfgoed uit oorlogstijd? We hebben een zeer beperkte vooraad van deze bijzondere stukken weten te bemachtigen. Neem contact op via 0800 / 500 52