De Brusselse Muntschat

In de zomer van 1908 breken arbeiders een muur open van een oude taveerne, in de ondergrond van de Stormstraat (Rue d’Assaut) in Brussel. Wat ze daar aantroffen is voor verzamelaars zoals wij een droom die uitkomt. Verstopt in de grond in Brussel lag namelijk een muntschat van onvoorstelbare waarde. Duizenden zilveren middeleeuwse munten kwamen uit het gat in de muur rollen. Het bleek een van de grootste muntschatten ooit te zijn, zowel in aantal stukken als in waarde. Sindsdien is de schat opgesplitst en verspreid over de wereld. Tot op de dag vandaag zijn we bij het Belgische Munthuis op jacht naar stukken uit de schat uit Brussel. Ik vertel u graag wat ik weet over de inhoud van de schat.

Hoe groot was de schat precies?

De muntschat was enorm; hij telde bijna 150.000 munten. Experts zijn het niet eens over de precieze herkomst, maar ze schatten dat de vondst uit de tweede helft uit de 13e eeuw dateert. Erg bijzonder was dat het grootste gedeelte van de schat bestond uit Engelse, Schotse en Ierse sterlings. Ruim 80.000 muntstukken kwamen uit het hedendaags Verenigd Koninkrijk. Deze stukken werden in 1909 als één enkel lot verkocht aan het huis Baldwin, een van de meest bekende Britse numismaten. Veel van deze munten liggen in de kluis van huize Baldwin, enkele liggen in het Ashmolean museam in Oxford en de Bank of England. Gelukkig is het sterling-deel van de schat redelijk intact gebleven, slechts een kwart is versmolten voor de zilverwaarde. Het andere deel van de schat, waarvan het grootste gedeelte uit het hertogdom Brabant stamt, is het wat minder goed vergaan..

Het versmelten van de schat

Van het ‘continentale’ deel van de schat, ongeveer 70.000 deniers, is weinig meer overgebleven. Het leeuwendeel van de schat werd versmolten vanwege de ‘middelmatige kwaliteit’ van de stukken. Niet te geloven! Zoveel geschiedenis is verloren gegaan. In de samenstelling van de schat is namelijk een verschuiving van de Europese 13e eeuwse economische machtsverhoudingen te herkennen. Brabant is sterk vertegenwoordigd in de muntschat, terwijl het voorheen machtige Vlaanderen maar een heel klein aandeel heeft. Zo’n 58.000 munten komen uit het hertogdom Brabant, tegenover 1.200 uit graafschap Vlaanderen. De overige munten komen uit het kleinere graafschap Henegouwen en prinsbisdom Luik.

De ‘continentale’ munten zijn bij de veiling in 1909 onderverdeeld en geveild in 585 verschillende loten. Dit maakt het erg lastig om stukken uit de Brusselse schat op te sporen. Toch blijven we het proberen om munten uit deze schat te bemachtigen. Een tijdje geleden kwamen we dichtbij: collega’s uit Noorwegen kregen een paar munten in hun bezit. Deze zijn echter gedoneerd aan het Museum van Cultureel Erfgoed in Oslo, om ze verder te bestuderen en preserveren. Onze jacht naar overblijfselen van de Brusselse muntschat gaat dus onverminderd door. Als we ooit munten uit deze legendarische vondst weten te bemachtigen, horen jullie het als eerst!